DIENSTKRINGEN VAN RIJKSWATERSTAAT

Begin maart 2016 verscheen van mij een boek met de titel :

DE DIENSTKRINGEN, DE VOORDEUR VAN RIJKSWATERSTAAT

https://laakland.nl/omslag%20boek.jpg

Het boek (ISBN 9789462470477) is te koop voor € 24,75  (incl. verzendkosten) en te bestellen door contact op te nemen via [email protected]

Dit boek gaat over de geschiedenis van het fenomeen dienstkring, de organisatievorm die meer dan 120 jaar bepalend was voor Rijkswaterstaat. Deze dienst heeft Nederland meer dan 120 jaar verdeeld in zogenaamde dienstkringen. Deze districten waren voor de gebruiker van de rijksinfrastructuur de oren en ogen van deze dienst en golden als voordeur van Rijkswaterstaat. De dienstkringen waren verantwoordelijk voor zowel de natte en droge infrastructuur binnen hun beheersgebied.
Het boek schetst de gedetailleerde geschiedenis van deze vierde managementlaag van Rijkswaterstaat  van haar geboorte (circa 1884) tot de opheffing  begin 21e eeuw. Het laat ook zien hoe die meegroeide met de veranderingen in het beheer en omgeving.

Er wordt veel waardevolle informatie (chronologisch en thematisch) verstrekt over de dienstkringen en het boek vult duidelijk een kennishiaat op. Waar in eerdere publicaties over Rijkswaterstaat vooral aandacht werd besteed aan de organisatie in Den Haag en het hoogste management in de regio, gaat deze publicatie in op de geschiedenis en de interessante positie van de dienstkringen. Daarnaast geeft het ook een prachtig beeld van de ontwikkeling van de natte- en droge infrastructuur de afgelopen ander halve eeuw en welke invloed dit heeft gehad op de organisatie van Rijkswaterstaat. Ook de laatste ontwikkelingen tot 1 april 2013 zijn opgenomen.

Het boek is rijk filatelistisch geïllustreerd en bevat in de bijlagen onder meer overzichten van alle dienstkringen (instelling, opheffing, dienstkringhoofd etc.), de geschiedenis van de dienstkringen van de Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal, een uitgebreide geschiedschrijving van de verschillende regionale organisaties met hun dienstkringen en de waterstaatsobjecten die zij in beheer en onderhoud hadden.

De bijlagen van het boek worden in pdf-files beschikbaar gesteld. De versie betreft 1 februari 2016; zijn er updates, dan staat dat vermeld.

bijlage 1a: Overzicht werkkring met beheersobjecten 1884 update 19 april 2016
bijlage 1b: Overzicht dienstkringen met beheersobjecten 1896
bijlage 2: Overzicht dienstkringen met ijkjaren 1896, 1924, 1948, 1968, 1985 en 2000
bijlage 3: overzicht dienstkringen in de verschillende regio’s
bijlage 3a: Friesland (van 1884 tot 1 januari 1994) update 1 april 2016
bijlage 3b: Groningen (van 1884 tot 1 januari 1994) update 31 januari 2019
bijlage 3c: Drenthe (van 1884 tot 1 januari 1994)
bijlage 3d: Overijssel (van 1884 tot 1 januari 1994) update 31 januari 2019
bijlage 3e: Gelderland (van 1884 tot 1 januari 1994) update 15december2017
bijlage 3f: Noord-Holland (van 1884 tot 1 januari 2006) update 31 januari 2019
bijlage 3g: Zuid-Holland (van 1884 tot 15 november 2005) update 31 januari 2019
bijlage 3h: Utrecht (van 1884 tot 1 mei 2005) update 31 januari 2019
bijlage 3i: Noord-Brabant (van 1884 tot 1 januari 2006) update 31 januari 2019
bijlage 3j: Zeeland (van 1884 tot 1 juli 2005) update 31 januari 2019
bijlage 3k: Limburg (van 1884 tot 15 april 2005)
bijlage 3l: Rivieren (van 1884 tot 1 augustus 1933) update 1 maart 2024
bijlage 3m: Benedenrivieren (van 1 augustus 1933 tot 1 mei 1989)  update 1 april 2016
bijlage 3n: Bovenrivieren (van 1 augustus 1933 tot 1 oktober 1986) update 1april2017
bijlage 3o: Zuiderzeewerken/Flevoland/IJsselmeergebied ( van 1 september 1975 tot 1 mei 2007) update 1 mei 2016
bijlage 3p: Noord-Nederland (van 1 januari 1994 tot 1 januari 2005)
bijlage 3q: Oost-Nederland (van 1 januari 1994 tot 1 juni 2006)
bijlage 4a: Geschiedenis dienstkring(en) van de Rotterdamse Waterweg (Hoek van Holland)
bijlage 4b: Geschiedenis dienstkring(en) van het Noordzeekanaal
bijlage 5: Organisatie (schema’s) ‘regio’s’ Rijkswaterstaat van het begin 19e eeuw tot 1 april 2013 met de hun beheerde waterstaatswerken in:
bijlage 5a: Friesland
bijlage 5b: Groningen update 1 juli 2016
bijlage 5c: Drenthe update 1 april 2016
bijlage 5d: Overijssel
bijlage 5e: Gelderland update 1 januari 2017
bijlage 5f: Noord-Holland update 1 augustus 2016
bijlage 5g: Zuid-Holland
bijlage 5h: Utrecht update 11 april 2016
bijlage 5i: Noord-Brabant update 11 april 2016
bijlage 5j: Zeeland update 1 augustus 2016
bijlage 5k: Limburg update 1 juli 2016
bijlage 5l: Rivieren
bijlage 5m: Benedenrivieren update 1 april 2016
bijlage 5n: Bovenrivieren
bijlage 5o: Zuiderzeewerken/Flevoland/IJsselmeergebied
bijlage 5p: Noord-Nederland
bijlage 5q: Oost-Nederland update 31 januari 2019
bijlage 6: Namenlijst dienstkringhoofden Rijkswaterstaat met hun dienstkringen update 1 december 2023
bijlage 7: Overzicht wegen- en waterdistricten vanaf 2005/2006 tot 1 april 2013
bijlage 8: Globaal overzicht posthistorie Rijkswaterstaat update 15 december 2017

ERRATA BOEK:

pag. 2: foto omslag: Galacoppebrug in A12 i.p.v. A15

pag. 61: Directie Bovenrivieren “dienstkring Rhenen” vervangen door “dienstkring Rheden”

pag. 68 en 69: organisatieschema per 1 januari 1968 vervangen door nieuw schema
pagina 68 en 69 nieuw

Een kort overzicht over de dienstkringen van Rijkswaterstaat is in het volgende overzicht te vinden:

In 1849 werd de Waterstaatsorganisatie ingrijpend gewijzigd.

In dit organisatorisch raamwerk werd nu ook aan de opzichters een plaats toebedeeld. Deze waren voordien ook al voor de Waterstaat werkzaam, maar dat geschiedde op ad-hoc-basis. Een vastomlijnde algemene regeling werd eerst in 1849 van kracht. De hoofdingenieurs en de ingenieurs zouden zich laten bijstaan door een korps van opzichters, bestaande uit 100 functionarissen, ingedeeld in vier klassen.

Het werkterrein van de opzichters was overzichtelijk. De opzichters aan het korps der ingenieurs van de Waterstaat toegevoegd, verlenen hulp aan de Ingenieurs bij het houden van toezicht over de werken, aldus de desbetreffende bepaling. Aan dit toezicht werd de zorg voor ene deugdelijke leverantie en verwerking van de materialen overeenkomstig de bestekken toegevoegd. Zij stonden onder de bevelen van de hoofdingenieur, die hun standplaats en werkkring bepaalde in het district waarover hij leiding voerde.

Daarnaast werd een belangrijke verandering in de wijze van rekrutering doorgevoerd. Werden de opzichters – en hun voorgangers – tot dan toe op aanbeveling aangenomen, waarbij enige ambachtelijke bekwaamheid en ervaring het belangrijkste criterium vormde, nu werd voor de gegadigden een examen ingesteld dat zij met goed gevolg moesten afleggen. In 1860 werden de exameneisen bekendgemaakt.

In 1884 gaf de minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid J.G. van den Bergh opdracht de talrijke werkzaamheden van opzichters op een meer geordende wijze te organiseren. Een voornemen tot bezuinigen lag daaraan ten grondslag. Wanneer hebben we dat meer gehoord! Bij de minister was de indruk gevestigd dat er eerder teveel dan te weinig opzichters in dienst waren. Een nauwkeurig overzicht van hun werkzaamheden zou de basis vormen voor een organisatie waarin de vaste en eventueel ook een deel van de buitengewone opzichters een plaats kregen. Het werkterrein van de vaste opzichter werd daarop door de hoofdingenieurs opnieuw in detail vastgelegd en ook met dienstkringkaarten geografisch afgebakend: DE DIENSTKRING WAS ONTSTAAN.

In korte tijd werd het land met dienstkringen bedekt. In een door de Vereniging van Opzichters van de Rijkswaterstaat opgemaakte staat (september 1896) geeft aan dat er in dat jaar 104 dienstkringen bestonden.

https://laakland.nl/opzichter%20Stratingh.JPG

Afb.  dienstbriefkaart van opzichter W.P. Stratingh, hoofd dienstkring Delfzijl tot 1/5/1893
aan de arrondissementsingenieur in Groningen op 25/11/1890.

In de organisatie van de Rijkswaterstaat na 1900 kregen verscheidende wijzigingen hun beslag. Bij de herziening van de organisatie van de Rijkswaterstaat in 1903 ( KB van 3 juni 1903, Stbl. 151) – aangevuld in 1908 – werden de districten vervangen door de directies, elk onder leiding van de hoofdingenieur-directeur. De directies werden officieel onderverdeeld in arrondissementen die onder de hoede van de arrondissementsingenieurs kwamen. De daaronder ressorterende dienstkringen – voor het eerst formeel omschreven bij de bepalingen van de inrichting van de Rijkswaterstaat in 1908 – vormden het sluitstuk van deze herziening (KB van 30 mei 1908, Stbl. 191).

De benaming van de functie van opzichter werd vervangen in 1917 door technisch-ambtenaar. De benaming van de functie adjunct-opzichter bleef bestaan. De technisch-ambtenaar stond evenals de opzichter aan het hoofd van een dienstkring. In 1923 trad een ingrijpende verandering op. De hoofden van dienstkringen werden voortaan technisch-hoofdambtenaar of technisch-ambtenaar genoemd. De functie van adjunct-opzichter verdween. (Ministeriele beschikkingen van 17 december 1917, nr La A, afd. Waterstaat en van 20 juni 1923, Litt.W., afd. Waterstaat T.)


https://laakland.nl/techn.%20ambtenaar%20Vet.jpg
Afb. Portvrije dienstkaart van de sluiswachter te Oosterhout (19/11/1921)
aan het hoofd van de dienstkring Breda-Oost (C.H. v.d. Vet 1/5/1921-16/5/1937)

Deze territoriale organisatie bleef in grote lijnen tot 1971 intact (KB van 14 januari 1971, Stbl. 42). In dit Organiek  Besluit kreeg de nieuwe ontwikkeling van Rijkswaterstaat zijn formeel beslag. Daarin werd ook de omschrijving van de taak van Rijkswaterstaat gewijzigd. Tot dan toe was nooit gebleken wat onder het begrip “waterstaat” moest worden verstaan. In deze organisatie zou het introduceren van allerlei specialisme veel te kostbaar zijn. Daarom werd besloten arrondissementen op te heffen en het werk op te schalen naar het niveau van de directie. Binnen de directies kon specialisme vorm krijgen. De directies kregen een zekere vrijheid de hoofdafdelingen vorm te geven, maar de hoofdstructuur was doorgaans een hoofdafdeling RF (met de juridische, bedrijfseconomische en planologische disciplines), een hoofdafdeling AN (voor de natte infrastructuur), een hoofdafdeling WX (voor de droge infrastructuur) en soms een hoofdafdeling TX (voor de bouwtaken). Deze organisatie wijzigingen werden tussen 1971 en 1978 in alle directies doorgevoerd. Vanaf dat moment vielen de dienstkringen onder de hoofdafdelingen AN en WX en werden ook in “nat” en droog”” ingedeeld.

https://laakland.nl/dkr%20SR2.jpg
afb. frankeerstempel dienstkring Schelde-Rijn

Al vanaf het begin van negentiger jaren van de vorige eeuw was er binnen de Rijkswaterstaat een aantal projecten geweest om de bedrijfsvoering op een meer bedrijfsmatige leest te schoeien. Geleidelijk aan werd duidelijk dat de vorm van een Agentschap daar het meest voor geëigend was. De komst van een nieuwe directeur-generaal in juli 2003 bracht dit proces in een stroomversnelling. In de leiding van de Rijkswaterstaat was naast de directeur-generaal en de plaatsvervangend directeur-generaal een belangrijke rol weggelegd voor een Chief Financial Officer CFO, die per 1 september 2003 werd ingevuld.

Dit had natuurlijk ook gevolgen voor onder andere de regionale diensten, die een uniforme structuur kregen met drie directies: Bedrijfsvoering, Wegen & Verkeer, en Water & Scheepvaart. Per 1 oktober 2004 werd afgesproken dat de tot dan toe gebruikelijke aanduiding (bijvoorbeeld) directie Zeeland zou worden gesproken van RWS Zeeland. Deze organisatiewijziging had ook grote gevolgen voor de operationele diensten van Rijkswaterstaat. In de dienstkringen nieuwe stijl, neemt naast beheer het gebruik en het operationeel verkeersmanagement en watermanagement een belangrijke plaats in. Dit leidde tot een aangepaste organisatie en gebiedsindeling, waarbij de focus minder gericht is op het onderhoud. Het resultaat van dit alles is dat er in de loop van 2005 in de verschillende regio’s totaal 21 wegendistricten en 16 waterdistricten worden gevormd.

https://laakland.nl/district%20Waddenzee2.jpg
afb. frankeerstempel district Waddenzee

Deze organisatie zal ook weer niet zolang standhouden. In juni 2011 verscheen het Ondernemingsplan2015 van Rijkswaterstaat (“Eén Rijkswaterstaat, elke dag beter!”).
De doelstelling was een Rijkswaterstaat die sterk aanwezig is in de regio en die bestaat uit evenwichtige, daadkrachtige en toekomstvaste onderdelen. Bovendien leidde de vorming van Landelijke Uitvoering tot een scherper afgebakend takenpakket en kleinere diensten in de regio waardoor opschaling realistisch was. Om die reden werden per 1 april 2013 RWS Zuid-Nederland (bestaande uit de diensten Noord-Brabant en Limburg), RWS Midden-Nederland (bestaande uit de diensten IJsselmeergebied en Utrecht), RWS Zee en Delta (bestaande uit de diensten Zeeland en Noordzee) en RWS Kader Dienst (DVS en Waterdienst) door één HID aangestuurd.

Vanuit het principe van één Rijkswaterstaat, werden de districten opnieuw ingericht zodat wegen en water gecombineerd zijn. Dit gaf volgens het plan de kans om kennisuitwisseling en synergie tussen werkprocessen voor water en wegen te versterken.  Zo ontstonden de combidistricten.

Op 1 april 2013 werd de nieuwe organisatiestructuur van Rijkswaterstaat vastgesteld, waarbij de combidistricten een “gewone” afdeling werden binnen de Directie Netwerk Management van de Rijkswaterstaat in de regionale dienst. Deze directie is primair verantwoordelijk voor de regie op het assetmanagement en het deelproces (netwerk)productie. De combidistricten leveren daarnaast een belangrijke bijdrage aan de processen verkeers-management, watermanagement, informatievoorziening en – via de crisiscoördinator – aan slagvaardig crisis-management.  De afdeling District is binnen de regio enkel nog verantwoordelijk voor de uitvoering van het proces “netwerkproductie” (SLU geeft interne opdrachten aan de landelijke diensten op het gebied van realisatie en onderhoud), “verkeers- en watermanagement (VWM)” en “crisismanagement”. Voorts wordt het district natuurlijk veel geraadpleegd in alle andere processen c.q. helpt mee in de uitvoering.

adminDienstkringen