RIJKSWATERSTAAT
Rijkswaterstaat bestaat ruim 200 jaar en kent een rijk verleden waar veel over te vertellen is. In het navolgende kunt u in vogelvlucht meer te weten komen over de ontwikkeling van Rijkswaterstaat.
De Franse Tijd
De oorsprong van Rijkswaterstaat ligt in de Franse tijd. Er was toen sprake van een overgang van een sterk decentrale politieke ordening naar een centralistisch bestel. In het waterstaatsdomein speelde het motief tot centralisatie vooral bij de rivierenpoblematiek.
De grote rivieren zorgden voor talrijke overstromingen en brachten maatschappelijke schade teweeg. Dit deed het best ontstaan dat dit soort belangrijke waterstaatsproblemen om een boven regionale aanpak vroegen. Het Bureau van de Waterstaat, de kiem van de Rijkswaterstaat organisatie, zou voor deze urgente problemen een oplossing bieden.
briefomslag 1799, port rood krijt, stempel “HAAG”; lakstempel “dijken, wegen, wateren”
Maar Rijkswaterstaat hield zich zeker niet alleen met de rivieren bezig. De dienst had een juridisch-toezichthoudende taak, namelijk het oppertoezicht op de waterschappen; een bouwtaak, die zich richtte op de ontwikkeling van de infrastructuur; een beherende taak met het oog op de waterstaatstaken die bij het Rijk in beheer waren en een onderzoekstaak om nieuwe kennis te ontwikkelen.
Een beleidsvoorbereidende taak ontbrak niet, maar ook het ministerie dat voor waterstaatstaken verantwoordelijk was, speelde daarin een belangrijke rol. Voor grote projecten werd de beleidsvoorbereiding nogal eens uitbesteed aan commissies, waar Rijkswaterstaat wel steeds de vinger in de pap had, maar het lang niet altijd voor het zeggen
In de 19e eeuw
De toezichthoudende rol werd in de loop van de 19e eeuw steeds gedifferentieerder. Het oppertoezicht op de waterschappen bleef grotendeels een papieren taak, aangezien de laatsten zeer beducht waren voor aantasting van hun autonomie. De uitvoering en handhaving van de steeds groeiende wet- en regelgeving nam daarentegen steeds meer in betekenis toe.
Rijkswaterstaat trad ook steeds als bouwheer op en wel als opdrachtgever voor de marktpartijen. Ontwerp en controle op de uitvoering waren daarbij vrijwel exclusief voorbehouden aan de dienst. Grote projecten waren in de 19e eeuw de kanaalwerken, de rivierverbetering en de spoorwegaanleg. Door deze bouwactiviteiten dijde het aantal waterstaatsobjecten sterk uit en daardoor groeide de beherende taak sterk in betekenis.
Begin 20e eeuw
Vanaf 1920 nam het onderzoek een steeds belangrijker plaats in de organisatie in. Dit hing samen met de verwetenschappeling van de civiele techniek, vloeistofdynamica, grondmechanica en geodesie. Deze snelle wetenschappelijke ontwikkelingen leiden niet alleen tot de oprichting van een heel scala aan specialistische diensten, maar beïnvloedden ook diepgaand het dagelijks werk.
Waterstaatsingenieurs kregen greep op weerbarstige vraagstukken als getijde- en rivierstromingen. Moderne meettechnieken speelden een onmisbare rol in de uitvoering van infrastructurele projecten. Mechanisatie, die aan het eind van de 19e eeuw allang was doorgedrongen tot de waterbouw, leidde vanaf 1930 ook in de wegenbouw tot veel hogere productiviteit. Met betere materialen zoals gewapend en voorgespannen beton, konden steeds grootschaliger kunstwerken worden gebouwd.
De instelling van de Directie van de waterstaat in 1930 betekende een belangrijke institutionele versterking van de beleidsrol. Dit orgaan wist vooral na 1945 een sterk stempel te zetten op infrastructurele planvorming en het waterbeleid.
1945 – 1970
Tussen 1945 en 1970 bevond de invloed van Rijkswaterstaat zich op een hoogtepunt. De wederopbouw en de ongekende welvaartsgroei stelden hoge eisen aan de uitbreiding van de infrastructuur. De ramp van 1953 leidde tot de aanleg van de Deltawerken, die nieuwe technische uitdagingen vormden voor de dienst.
Daarbij profiteerde Rijkswaterstaat ook in toenemende mate van de sterk groeiende expertise van de marktsector. Was deze tot ongeveer 1870 kleinschalig en weinig innovatief, daarna namen vooral in de waterbouw kennis en investeringen sterk toe, waarbij de baggerbedrijven voorop liepen.
Zuiderzeeplan Dr. C. Lely, Stormvloedkering Oosterschelde en Stormvloedkering Nieuwe Waterweg.
Reeds bij de bouw van de Afsluitdijk leidde dit tot grotere inbreng van de betrokken bedrijven. Bij de Deltawerken werd deze lijn doorgezet. Steeds meer kennis en innovaties kwamen van de markt. Het uiteindelijke ontwerp voor de Oosterscheldedam was grotendeels door de betrokken aannemers ontwikkeld, terwijl bij de Stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg zowel ontwerp als uitvoering door de marktsector werden gerealiseerd.
Inmiddels was de dienst op de golven van de democratisering mikpunt van kritiek geworden. Het werd afgeschilderd als autoritair ingenieursbolwerk en landschap- en milieuvervuiler. Nog meer kwam Rijkswaterstaat in het defensief door de bezuinigings- en krimpoperaties in de jaren ’80.
Maar de dienst bleek succesvol te kunnen inspelen op de maatschappelijke kritiek. Langzamerhand kreeg het milieu een structurele betekenis in de organisatie. In het waterbeheer werd het waterstaatkundig hoofdsysteem waarin de verschillende functies van het water hun plaats kregen: veiligheid, transport en milieu.
Daarnaast werd in de jaren ’70 inspraak ingebed in de planologische procedures. Rijkswaterstaat moet sindsdien in alle opzichten toegroeien naar een nieuwe rol: van spelbepaler in de infrastructurele werken naar medespeler in samenspel met de markt en de burgers. Het gaat erom een dialoog te organiseren met alle betrokkenen en steeds meer belangen tegen elkaar af te wegen.
De toekomst
In 2004 verscheen het eerste ondernemingsplan van Rijkswaterstaat. Dat was een spoorboekje voor de veranderingen bij Rijkswaterstaat. Goedkoper werken. Luisteren naar de wensen van het publiek. Een goede en betrouwbare opdrachtgever zijn voor marktpartijen.
Nu Rijkswaterstaat per 1 januari 2006 is verzelfstandigd (een Agentschap), zal intensieve interactie met alle betrokkenen meer dan ooit van vitaal belang zijn voor een goed functioneren van de dienst. De beleidsrol is daarbij vrijwel geheel overgedragen aan de beleidskern. Rijkswaterstaat richt zich op zijn taken als bouwbeheer, beheerder en kennisontwikkelaar.
Bescherming tegen hoogwater staat ook in de 21ste eeuw weer hoog op de agenda. Dat is mede het gevolg van de wateroverlast en bijna-overstroming van de grote rivieren in 1993 en 1995 en door nieuwe inzichten in klimaatverandering. Ook de verbetering van de mobiliteit in Nederland blijft een veelzijdig vraagstuk.
Toonaangevend, duurzaam en publieksgericht
Tijdig op de toekomst kunnen inspelen, blijft een vereiste voor Rijkswaterstaat. In 2004 verscheen het eerste ondernemingsplan van Rijkswaterstaat. Dat was een spoorboekje voor de veranderingen bij Rijkswaterstaat. Goedkoper werken. Luisteren naar de wensen van het publiek. Een goede en betrouwbare opdrachtgever zijn voor marktpartijen. De eigen organisatie op orde hebben. Dit zijn de thema’s waar Rijkswaterstaat de komende jaren aan blijft werken. In de Agenda 2012 is te vinden hoe Rijkswaterstaat deze ontwikkelingen tot 2012 doorzet. Zodat Rijkswaterstaat dé toonaangevende, duurzame en publieksgerichte uitvoeringsorganisatie wordt van de overheid.
In het in juni 2011 verschenen OP2015 (“Eén Rijkswaterstaat, elke dag beter!”) werd een nieuwe koers aangekondigd met een nieuwe hoofdstructuur voor Rijkswaterstaat. De doelstelling was een Rijkswaterstaat die sterk aanwezig is in de regio en die bestaat uit evenwichtige, daadkrachtige en toekomstvaste onderdelen. Bovendien leidde de vorming van Landelijke Uitvoering tot een scherper afgebakend takenpakket en kleinere diensten in de regio waardoor opschaling realistisch was. Om die reden werden RWS Zuid-Nederland (bestaande uit de diensten Noord-Brabant en Limburg), RWS Midden-Nederland (bestaande uit de diensten IJsselmeergebied en Utrecht), RWS Zee en Delta (bestaande uit de diensten Zeeland en Noordzee) en RWS Kader Dienst (DVS en Waterdienst) door één HID aangestuurd.
Wilt u meer informatie over deze fantastische organisatie, neem dan een kijkje op de website van Rijkswaterstaat.
————————————————————————–
Rijkswaterstaat heeft natuurlijk ook vanaf 1984 FRANKEERSTEMPELS gebruikt.
Wilt U daar meer over weten, klik dan op:
Frankeerstempels Rijkswaterstaat
Voor de periode tot 1984 gold portvrijdom voor Rijkswaterstaat. Voor informatie over deze periode klik dan op:
Rijkswaterstaat