THEMATISCHE FILATELIE WEBSITE HENK VAN DE LAAK
|
|
Het SuezkanaalScheepvaart door de landengte van Suez.
door Henk van de Laak
Plannen om Egypte te doorsnijden met een bevaarbare waterweg of in elk
geval beneden-Egypte met de Rode Zee te verbinden, bestaan volgens historische
gegevens al bijna 4000 jaar. De noodzakelijkheid van een verbinding tussen de
belangrijkste commerciële centra in de Nijl-delta met de Rode
Zee-handelsroutes, onderkende men toen al en de Nijl zelf verzekerde een
toegangsweg naar de Middellandse Zee.
De eerste stappen tot een kanaal door de landengte van
Suez.
![]()
'Ik, de Pers, heb opdracht gegeven dit kanaal te graven vanaf de Nijl tot
de zee die in Perzië begint.'
De door de Ptolemaeën en de Romeinen uitgebreide vaarweg werd gebruikt tot
de Arabische kalief Mansoer het kanaal in de 8e eeuw buiten gebruik stelde
omdat men bevreesd was dat de vijanden er gebruik van zouden kunnen maken.
![]() De ontdekking van de Kaaproute door Vasco da Gama in 1498 (afb. hiernaast) gaf de westelijk gelegen Europese landen een enorm voordeel in de concurrentie met de handel in Indische producten. Frankrijk had te kampen met een groeiende rivaliteit met Engeland en dacht al in een vroeg stadium aan een verbinding door de landengte van Suez. Tegen de achtergrond van de strijd met de Engelsen werd Napoleon Bonaparte in 1798 naar Egypte gezonden om dit land te bezetten (afb. 3). In zijn gezelschap was de Franse ingenieur, Charles le Père, die in 1799 als eerste serieus de mogelijkheid onderzocht voor een kanaal dat de Middellandse- en Rode Zee verbond. Er werden rekenfouten, waardoor zij dachten dat het niveauverschil tussen de Middellandse en Rode Zee 10 meter bedroeg. Hierdoor werd het werk snel opgeschort omdat een kanaal met sluizen toen nog onmogelijk was.
De Franse overheersing blijkt uit de instelling van Franse Departementen in
Egypte, zoals de Prefecture 106 Alexandrie van het Departement Marengo van
1802 tot 1814 (afb. 4).
![]() ![]() afb. 3: Napoleon Bonaparte in Egypte afb. 4: vouwbrief Prefecture 106 (Alexandrie)
De Compagnie Universelle du Canal Maritime de Suez.
![]() ![]()
Op 30 november 1854
tekende Saïd Pasja de eerste zogenaamde Acte van Concessie voor een periode
van 99 jaar, waardoor De Lesseps in staat werd gesteld de Compagnie
Universelle du Canal Maritime de Suez te vormen (afb. hieronder). De concessie gaf het
recht voor de aanleg van het Suezkanaal en de exploitatie voor 99 jaar.
Niet onvermeld wil ik laten dat onze landgenoot, ir. F.W. Conrad II
(Rijkswaterstaat en o.a. bekend van de aanleg eerste spoorweg
Haarlem-Amsterdam, drooglegging Haarlemmermeer), wegens persoonlijkheid,
kennis en kunde door Said benoemd werd tot zijn officiële vertegenwoordiger in
de Suezkanaal Mij. Conrad overleed in 1869 op zijn terugreis naar Nederland,
nadat hij de opening van het Suezkanaal had bijgewoond.
![]() ![]() De openingsfestiviteiten ![]()
De opera Aïda.
![]() ![]()
Vrijheidsbeeld
![]()
In 1884 was dat vrijheidsbeeld klaar, maar men had besloten dat het in de
Verenigde Staten geplaatst moest worden t.g.v. het 100-jarig bestaan. Maar
Bartholdi was onzeker over het soort constructie die het zowel mogelijk moest
maken een standbeeld van die omvang dwars over de Atlantische Oceaan te
transporteren als zijn eigen gewicht te laten dragen en de winden die over de
New Yorkse haven waaien, te weerstaan. Van metselwerk kon geen sprake zijn. In
1881 legde Bartholdi het probleem aan Gustave Eiffel voor. Deze
ontwierp een skelet dat rust op verticale stalen balken die in het granieten
voetstuk van het beeld moesten worden ingelaten. Ook het lastigste technische
probleem van de arm die de toorts draagt, werd opgelost.
![]() afb. postwaardestuk met speciale stempel 100 jaar "beeld Auguste Bartholdi en skelet Gustave Eiffel
Het is een ironische gedachte dat als de Pasja van Egypte had toegegeven
aan Bartholdi's voorstel, het Vrijheidsbeeld nu onder een andere naam, aan het
begin van het Suezkanaal had gestaan.
Filatelistische aspecten Suezkanaal
Aan een gigantisch werk als het graven van het Suezkanaal waaraan personen
van vele nationaliteiten hadden meegewerkt, bestond er natuurlijk behoefte aan
bijzondere maatregelen op postaal gebied. De maatschappij, die reeds vele
privileges had kunnen verwerven, matigde zich ook het recht aan postzegels uit
te geven welke op haar grondgebied konden worden uitgebracht. Daartoe werden
de benodigde stempels in Parijs besteld en op 1 juli 1868 verscheen een serie
van 4 zegels (1 centime zwart, 5 centime bleekgroen, 20 centime blauw en 40
centime rood) (zie onderstaande afb.).
![]()
vier postzegels Compagnie Universelle du Canal
Martime de Suez
De zegels werden vervaardigd in boekdruk. De Egyptische regering werd door
deze maatregel van de Compagnie Universelle du Canal Maritime de Suez
overvallen. Toen het tot haar doordrong dat dergelijke zegels verkrijgbaar
waren en postaal gebruikt, met veronachtzaming van de Egyptische postzegels,
maakte zij aan dit bedrijf een einde er zich op beroepend dat het recht van
postzegels uitgeven slechts toekomt aan een soevereine staat.
Het gevolg was dat de zegels maar vier weken in gebruik zijn geweest.
Uiteraard genieten de zegels, gezien de korte verkrijgingduur en geringe
oplage, een hoge filatelistische waarde, wat met zich meebrengt dat er tal van
vervalsingen in omloop zijn gebracht. Wilt u meer informatie of deze
postzegels en vervalsingen, dan verwijs ik u naar "The Private Ship Letter
Stamps of the World, Part 3, The Suez Canal Compagnie", geschreven door Jean
Boulad d'Humières, S. Ringström en H.E. Tester (ISBN 0-917528-07-7)
In de loop der jaren zijn er vele malen postzegels uitgebracht, welke
direct of indirect betrekking hadden op het Suezkanaal. In een volgende
bijdrage voor Thema zullen een aantal hiervan de revue passeren.
Het strategische belang van het Suezkanaal.
Dat het Suezkanaal van strategisch belang is, heeft de geschiedenis
uitgewezen. In het artikel "Het Suezkanaal, een bron van conflicten) zal ik
daar verder op ingaan.
![]() ![]()
Het kanaal is gegraven
door drie meren, het Manzala-meer in het noorden, het Timsah-meer in het
midden en de Bittermeren verder zuidwaarts. De Bittermeren maken al 30 km van
de totale lengte uit. Over de grootste lengte van het kanaal is slechts
eenrichtingverkeer mogelijk; dagelijks varen er drie konvooien, waarvan 2
zuidwaarts en 1 noordwaarts. Dit laatste konvooi vanuit Suez vaart door,
terwijl de zuidwaarts gaande konvooien hen laten passeren in de Bittermeren of
bij de El Ballah passage (kmr 55).
In 1955 werden bypasses gerealiseerd bij Ballah, de Bittermeren en Kabret.
Daardoor nam mede de diepgang toe tot 35/38 feet en de maximum belading van
schepen tot 30.000 DWT en in 1962 tot 60.000 DWT. In 1980 werden meer
bypasses gemaakt (Deversoir en Port Said) en het kanaal verdiept tot 53 feet
(150.000 DWT). Inmiddels is het kanaal bevaarbaar
voor schepen met een diepgang tot 58 voet (18,6 m). Bij de verbetering in 1980
werd het kanaal geschikt voor een diepgang van 66 feet en schepen met een
draagvermogen tot 240.000 DWT. Tot dat
moment moesten de te zwaar beladen tankers olie lossen via de Suez-Mediterranean pijpleiding om daarna door het kanaal te kunnen varen. Het resultaat
van de verbetering in 1980 was dat bij
deze diepte 82% van de tankervloot het Suezkanaal kan gebruiken en 99% van
alle andere schepen.
Op 5 augustus
2014 kondigde, voorzitter Mohab Marmish van de beheermaatschappij van het
Suezkanaal (Suez Canal Autority) in Ismaila aan, dat Egypte plannen heeft voor
een nieuw Suezkanaal.
Het kanaal wordt intensief door de moderne
scheepvaart gebruikt; het is de snelste verbinding van de Atlantische Oceaan
naar de Indische Oceaan. Voor het gebruik moeten de schepen tol betalen
waardoor het een zeer belangrijke inkomstenbron van Egypte is. Ieder jaar
maken een 20.000-tal schepen de elf tot zestien uur durende tocht door het
Suezkanaal. In 2000 was dat ongeveer 14% van de totale tonnage van de
wereldscheepvaart. En zelfs 26% van het olievervoer.
![]()
©Henk van de Laak |
|